.

Golf van Biskaje Lyrics

De zee ging hoog, het schip bewoog
Stampend langs de hemelboog, steeds hoger en hoger.
En dan weer diep, bij elke zwiep
Die trillend door het ijzer liep, steeds dieper en dieper.
Ik stond met Arie op de brug, er was voor ons geen weg meer terug,
De wereld was achter de rug, geschonden.
Maar ergens in ons vuile bloed
School honger nog naar glans en gloed
Van wat door vreemde straten wroet, als zonde.

De hemel zonk, de maan verdronk,
Overal om ons heen weerklonk het stormen, o de stormen.
Het beest brak uit, greep de schuit,
Smeet hem terug en weer vooruit en gromde, oe hij gromde.
En wij gromden net als hij, opgehitst door de razernij,
Lachend om de woestenij, het bonzen.
Want hoe het ook beukte op de plas
Tegen de boeg van de Deo Gratias,
Die ongetemde woede was de onze.
Als jullie daar nog ergens zijn,
Denk dan aan ons hier in de nacht.
Ook al komen we nooit meer thuis,
Er moet iemand zijn die wacht.

We werden grauw van heb ik jou
Daar even stevig in mijn klauw, hé zeeman, o zeeman,
Je grote mond is nu verstomd
In zware golven kots en stront, hé zeeman, o zeeman.
Dat was het enige wat je hoorde, die stem die door je hersens boorde,
Je woedend achterna zat door de scherven.
Het leek wel of ie op ons kauwde,
Het diep in onze smoelen stouwde
Dat we ooit in waanzin zouden sterven.
Als jullie daar nog ergens zijn,
Denk dan aan ons hier in de acht.
Ook al komen we nooit meer thuis,
Er moet iemand zijn die wacht.
Report lyrics